Veiligheid is gebaat bij ketendenken, of in ieder geval: aan elkaar denken. Al in de ontwerpfase moet duidelijk zijn welke effecten er kunnen zijn op de veiligheid van degenen die ermee, of in de buurt van, moeten werken. Aan het einde van de keten.
Een treffend voorbeeld trof ik aan tijdens de vakantie in de het Zuiden van Frankrijk. Daar zijn huizen voorzien van luiken, om beter beschermd te zijn tegen de warmte van de zon. Voor grotere ramen, of deuren, zijn er ‘luikdeuren’. Om die goed te laten sluiten, is er op de grond naast het kozijn, een stalen stopper gemonteerd. Functioneert prima, want de deuren zitten mooi strak vast. Echter, gedurende de dag staan de deuren open en kunnen mensen naar buiten lopen. Zeker als het mooi en warm weer is, op blote voeten of op slippers. Een serieus risico op een vervelende verwonding. Omdat in de ontwerpfase – waarom zo’n naar stukje staal op de grond?- geen risicobewustzijn was, komt dat in de gebruiksfase. Gedurende de vakantieweek beschermden we elkaar tegen zere voeten door een plastic schaaltje over het staal te plaatsen. Dit type deur is populair in het Zuiden, want in het andere huis, troffen we bijna dezelfde contstructie aan – bijna, want iemand had nagedacht over dat nare stukje staal op de grond, en plaatste het aan de bovenkant van het kozijn. Zonder verlies van functionaliteit. Geweldige oplossing en het schaaltje behield zijn oorspronkelijke functie. Yoghurt lepelend hebben we elk ontbijt bewonderend naar het hooggeplaatste stalen element gekeken.